dinsdag 22 april 2014

De jurk

Deze metafoor heb ik geschreven tijdens de opleiding tot kindercoach in 2011

Er was eens een prinsesje en ze woonde in een kasteel. Ze woonde daar met haar vader, moeder en broertje.
Ze waren heel rijk en hadden veel speelgoed.
Het prinsesje had een klerenkast zo groot als een olifant met wel 100 jurken.
Maar 1 jurk was haar lievelingsjurk, hij was blauw, met glimmende steentjes en als ze rond draaide ging de rok wijd omhoog!
Ze wilde hem het liefst elke dag aan. Als ze hem aantrok voelde ze zich het mooiste meisje van allemaal. Ze was dan heel gelukkig.

Haar moeder vond de blauwe jurk ook erg mooi. Maar vond het geen goed plan dat het prinsesje elke dag in dezelfde jurk rond liep. Dat hoort niet! Een prinses moet laten zien dat ze wel 100 jurken heeft want dan zullen de mensen denken wat een mooi en goed verzorgd kind is dat. Dus alleen op elke 1e maandag van de maand mocht de prinses de jurk aan. Op de andere dagen moest het prinsesje een van haar andere jurken aan.

De prinses vond het eigenlijk wel jammer, maar ze dacht: mama zal het wel goed weten, ik kan maar beter luisteren. Want mama is ouder en wijzer dan ik ben.

Het prinsesje verheugde zich op elke 1e maandag van de maand want dan was het feest, ze mocht dan de hele dag in haar lievelingsjurk lopen. En op die dag ging alles beter; ze voelde zich vrolijk, alle sommen gingen goed, de juf was lief voor haar, er was geen ruzie en haar moeder en vader waren trots op haar.

Op de andere dagen was er altijd wel iets, het ging nooit zo lekker als wanneer ze haar lievelingsjurk aan had. Elke maand, zo rond de 15 e, verlangde ze enorm naar haar jurk.

Zo ook deze maand, ze besloot hem aan te doen….
Toen haar moeder het zag wachtte het prinsesje af wat er zou gaan gebeuren. Moeder mopperde en stuurde haar terug naar haar kamer om zich om te kleden. Het prinsesje deed het niet, ze trok een grote jas erover aan en ging naar school. En zoals altijd als ze haar lievelingsjurk aan had ging het super goed, ze voelde zich vrolijk, alle sommen gingen goed, de juf was lief voor haar en er was geen ruzie.

Maar waren haar vader en moeder trots op haar?
Eerst keken ze even een beetje boos maar toen ze zagen hoe vrolijk ze was en hoe goed ze haar best had gedaan besloten ze er niks over te zeggen. Ze beloonde het prinsesje met complimentjes en ze waren trots op haar.

Vanaf die dag mag het prinsesje zelf weten welke jurk ze aantrekt…
Ze heeft ontdekt dat er nog meer mooie jurken in de kast hangen.
Ze trekt ze om de beurt aan en als ze voelt dat er een moeilijke dag aankomt dan trekt ze hem weer aan, haar blauwe lievelingsjurk. Hij helpt haar blij te zijn.


donderdag 27 maart 2014

"Mama, blijf je de hele nacht thuis?"

De gaatjes van het rolluik op zijn slaapkamer zijn niet helemaal dicht. Hij moet gaan slapen, morgen heeft hij een belangrijke toets. Dirk draait in zijn bed pakt zijn popje nog eens stevig vast. Zie je wel het lukt niet. Straks is het buiten donker en slaapt hij nog niet. Het is warm op zijn kamer, benauwd. Buiten stort er een onweersbui naar beneden en door de gaatjes ziet hij de flitsen. Bleef mama nou de hele nacht thuis? Hij had het wel gevraagd, zoals elke avond, maar hij had niet naar het antwoord geluisterd. Stom! Het slapen zou echt niet gaan lukken. Tenminste niet in zijn eigen bed. Soms ging hij in het bed van mama liggen, dan leken al zijn angstige gedachten te verdwijnen en lukte het slapen wel. Dirk stapt voorzichtig uit zijn bed, pakt zijn popje stevig vast en loopt via, de door de badkamerlamp verlichte gang, naar de slaapkamer waar mama’s lekkere bed staat. Plotseling waait er een wind langs zijn benen? Dirk bevriest.

De voordeur was zachtjes open en dicht gegaan, hij wist het zeker. Was mama weggegaan? Dan was hij nu alleen thuis. Zie je wel hij had het moeten vragen. Altijd was het antwoord: “Ja, ik blijf de hele nacht thuis”. Waarom was ze nu weg gegaan, het onweerde ook nog en waar was ze dan naar toe? Langzaam maakt Dirk zich los uit zijn bevroren positie. Hij moet gaan kijken of mama er nog is, anders kan hij echt niet slapen. Gespannen loopt Dirk de trap af, bij elke stap die hij zet komen er nieuwe vragen in zijn hoofd: Wat als mama er echt niet is? Wat als mama gewoon op de bank zit? Wat als er inbrekers zijn? Als Dirk nog maar twee treden verwijderd is van de grond gaat ineens de tussendeur open.

Tegenover hem in de gang staan mama en een vriendin van mama. Jeetje dit had hij niet verwacht, mama is gewoon thuis, ze is niet weggegaan. Hoe kan dat nou, hij wist het bijna zeker! Dirk voelt zich ontzettend opgelucht. Daar staat hij dan onderaan de trap. Hij heeft zichzelf weer behoorlijk gek gemaakt. Waarom kon hij niet gewoon gaan slapen? Papa, mama en hij hebben het er wel eens over gehad: komt het omdat hij vandaag te veel naar een scherm heeft zitten kijken? Of kan het komen door die ene keer dat hij mama 10 minuten kwijt was bij een donker attractie in een pretpark?

“Wat sta je hier te dromen op de trap? Naar bed jij!” zegt mama. De vriendin is vertrokken.
Samen lopen ze naar boven en terwijl Dirk lekker wordt ingestopt en hij eigenlijk het antwoord al wel weet vraagt hij toch: “Mama, blijf je de hele nacht thuis?”